Verkennend onderzoek naar het arrangeren met leerlijnen

Paper voor ORD presentatie 8 juni 2011

Citation
, XML
Auteurs

Abstract

Door inhouden en tussendoelen aan leermiddelen te verbinden kunnen leerlijnen docenten ondersteunen in het zoeken, maar ook in het arrangeren van aanvullende en vervangende leermiddelen (Strijker, 2010). Arrangeren is hierbij het geheel van selecteren, combineren en op volgorde zetten van leermiddelen door de docent voor zijn/ haar onderwijs (De Boer & Ten Voorde, 2009).

Zie ook: Strijker, A. & Corbalan, G. (8-6-2011) Verkennend onderzoek naar arrangeren met leerlijnen. ORD 2011, Maastricht.

Theoretische basis, probleemstelling en onderzoeksvragen

Docenten in Nederland hebben relatief veel vrijheid wanneer het gaat om de invulling van hun curriculum (Kuiper, Van den Akker, Letschert & Hooghoff, 2008). Docenten gebruiken deze vrijheid en zoeken steeds meer aanvullende leermiddelen in digitale vorm om onderwijs meer flexibel aan te bieden en beter te kunnen differentiëren (Blockhuis, De Boer & Ten Voorde, 2009). Er is inmiddels voldoende en groeiend aanbod van digitale leermiddelen beschikbaar, maar de samenhang tussen de beschikbare leermiddelen is lastig te bepalen. Om samenhang binnen vakken en leergebieden aan te geven zijn leerlijnen ontwikkeld. Voor het hier beschreven onderzoek is de volgende definitie van leerlijnen gebruikt:
‘Een leerlijn is een beredeneerde opbouw van tussendoelen en inhouden, leidend naar een einddoel. Afhankelijk van de precieze functie, gebruikscontext en doelgroep variëren leerlijnen in de mate waarin implicaties voor verschillende leerplanelementen zijn uitgewerkt ‘ (Strijker, 2010).
De leerplanelementen zoals visie, doelen, inhouden en leermiddelen zijn door Van den Akker (2003) verder beschreven. Door inhouden en tussendoelen aan leermiddelen te verbinden kunnen leerlijnen docenten ondersteunen in het zoeken, maar ook in het arrangeren van aanvullende en vervangende leermiddelen (Strijker, 2010). Arrangeren is hierbij het geheel van selecteren, combineren en op volgorde zetten van leermiddelen door de docent voor zijn/ haar onderwijs (De Boer & Ten Voorde, 2009).

Door leermiddelen aan leerlijnen te verbinden kunnen zoekresultaten getoond worden die relaties aangeven tussen tussendoelen en inhouden. Een docent kan daarmee in oogopslag zien welke leermiddelen bij welke leerlijnen horen. Ook kan een docent een leerlijn als startpunt nemen bij een zoekactie om zodoende bijbehorende leermiddelen te vinden. Om na te gaan hoe docenten ondersteund kunnen worden in het arrangeren van leermiddelen zijn de volgende onderzoeksvragen geformuleerd:

  1. Hoe kunnen leerlijnen benut worden bij het zoeken en arrangeren van leermiddelen? 
  2. Wat zijn de mogelijkheden om leerlijnen vindbaar te maken in collecties van leermiddelen? 
  3. Wat zijn mogelijkheden om leerlijnen te benutten in de tools voor het zoeken en arrangeren van leermiddelen? 

Onderzoek

Door middel van vier expertbijeenkomsten is het onderzoekskader vastgesteld en zijn ontwerprichtlijnen geïnventariseerd voor de ontwikkeling van een demo-arrangeeromgeving. Hiervoor zijn achttien experts uitgenodigd vanuit onderwijs, uitgeverijen en collectiehouders van leermiddelen. Deze experts hebben ook de opzet en instrumenten van het onderzoek onder docenten geëvalueerd.

Voor het onderzoek is gezocht naar docenten met ervaring met het arrangeren van leermiddelen. In totaal hebben 26 docenten deelgenomen waarvan 11 mannen en 15 vrouwen uit de onderwijssectoren MBO (9), VO (9) en PO (8). Docenten hebben gemiddeld 15 jaar ervaring in het onderwijs.

De docenten hebben aan de hand van scenario’s de demo-arrangeeromgeving doorlopen. Daarna is aan de hand van vragenlijsten een inventarisatie naar de bruikbaarheid van de demo-arrangeeromgeving uitgevoerd met nadruk op kenmerken van leerlijnen en leermiddelen. Vervolgens zijn interviews met negen docenten (vier van PO, twee van VO en drie van MBO) afgenomen om dieper in te gaan op de ervaringen met de demo-arrangeeromgeving. 

 

Resultaten

Op basis van beschikbaarheid en herkenbaarheid binnen elke sector zijn drie leerlijnen gebruikt. Voor het PO is de leerlijn Rekenen uit Tule (SLO, 2010a) uitgewerkt in de demo-arrangeeromgeving. Tule biedt voor het basisonderwijs een volledig overzicht van uitgewerkte leerlijnen gebaseerd op de kerndoelen primair onderwijs. In het VO is gekozen voor de leerlijn Moderne vreemde talen (MVT). De leerlijn MVT is uitgewerkt in het Europees Referentie Kader (SLO, 2010b) . Voor het MBO is gekozen voor het referentiekader taal (www.taalenrekenen.nl) omdat de invoering daar actueel is.

Een groot deel van de ondervraagde docenten (77%) gebruikt leerlijnen voor het arrangeren. Bijna alle docenten vinden dat leerlijnen een meerwaarde bieden voor het zoeken (96%) en arrangeren (100%) van digitaal leermateriaal. Daarnaast vinden docenten dat leerlijnen ook een meerwaarde bieden voor het plannen van hun lesprogramma (73%) en voor het vastleggen van leerresultaten van de leerlingen (76%). Bijna alle docenten (92%) willen de relatie tussen leermiddelen en leerlijnen zien en 88% ziet een relatie tussen een leerlijn en de methode die ze op school gebruiken. Opmerkelijk is dat veel docenten (81%) geen gebruik willen maken van leerlijnen die door collega’s ontwikkeld zijn Docenten willen voornamelijk (58%) leerlijnen gebruiken die ontwikkeld zijn door SLO en aansluiten op het wettelijk kader. Iets minder docenten (46%) willen leerlijnen op basis van methodes gebruiken. Meer docenten dan (65%) wil eigen varianten op leerlijnen op basis van kerncurricula voor anderen beschikbaar stellen. Docenten willen varianten delen met collega’s, voornamelijk binnen de school, maar ook wel daarbuiten.

Van de ondervraagde docenten arrangeert het grootste deel (77%) individueel en 65% in groepen. Tussen sectoren zijn aanmerkelijke verschillen tussen het arrangeren in groepen: De meeste docenten binnen het MBO (67%) en alle docenten in het VO arrangeren in groepen, terwijl maar 25% van PO docenten dit doet. De meeste docenten (92%) zijn intrinsiek gemotiveerd om te arrangeren. Intrinsieke motivatie komt voort uit de wens om te differentiëren in onderwijsaanbod en om eigen kennis uit te breiden. Een kleiner aantal is extrinsiek gemotiveerd (52%) door bijvoorbeeld het afschaffen van foliomateriaal Docenten arrangeren vooral aanvullend of verdiepend materiaal (81%) voor een les of een lessenserie (77%). Een deel (42%) van de docenten maakt gebruik van digitale arrangeertools, zoals Wikiwijs en Les2.0.
Conclusies en discussie

De verwachting is dat leermiddelen met behulp van leerlijnen beter in samenhang gezocht kunnen worden, maar leerplankundige ondersteuning in termen van werkvormen, onderwijsbenadering, vakdidactiek, toetsing en differentiatie ontbreekt nog in de huidige arrangeertools. Docenten zouden daarom leerplankundige ondersteuning moeten krijgen in het keuzeproces van leermiddelen. Bovendien zouden leermiddelen een gebruikershandleiding moeten bevatten met informatie over bijvoorbeeld de vorm van toetsing, de rol van docent en leerlingen, de groeperingsvorm en andere leerplanelementen.

Uit het onderzoek blijkt dat de belangstelling voor het gebruik van leerlijnen groot is en dat verschillende partijen zoals uitgeverijen, docenten en collectiehouder van leermiddelen veel verwachten van de ontwikkelingen rondom leerlijnen. Ook is duidelijk dat er meer afstemming nodig is tussen de verschillende betrokkenen die leerlijnen ontwikkelen en gebruiken. Vervolgonderzoek zou zich onder andere moeten richten op de samenwerking tussen ontwikkelaars en gebruikers van leerlijnen. 

 

Verwijzingen

Blockhuis, C., De Boer, W., & Ten Voorde, M. (2009). Leermiddelenmonitor 09/10. Gebruiken, ontwikkelen en delen van leermiddelen 09/10. Enschede: Stichting Leerplanontwikkeling.

De Boer, W. & Ten Voorde, M. (2009). Leermiddelenmonitor 08/09. Arrangeren van leermiddelen: Wie, wat, hoe en waarom? Enschede: Stichting Leerplanontwikkeling.

Kuiper, W., Akker, J. Van den, Letschert, J., & Hooghoff, H. (in press). Curriculum policy and practices in an international comparative perspective: Finding a balance between prescription and profession. Journal of Curriculum Studies.

Simon Tomas, V., Ebbers, D., & Ekens, T. (2010). Het leermiddel, de docent, zijn leerling en hun toekomst. Utrecht: VO Raad.

SLO. (2010a). TULE. Opgeroepen op 11 12, 2010, van SLO: http://tule.slo.nl/

SLO. (2010b). Europees Referentiekader Taal. Opgeroepen op 11 12, 2010, van Europees Referentiekader Taal: http://www.erk.nl/

Strijker, A. (2010). Leerlijnen en vocabulaires in de praktijk. Enschede: Stichting Leerplanontwikkeling.

Thijs, A., & Van den Akker, J. (2010). Leerplan in ontwikkeling. Enschede: Stichting Leerplanontwikkeling.

Trimbos, B., & Ten Voorde, M.(2010). Arrangerendigitaal leermateriaal. Enschede: Stichting Leerplanontwikkeling.

Van den Akker, J. (2003). Curriculum perspectives: an introduction. In J. van den Akker, W. Kuiper, & U. Hameyer, Curriculum landscape and trends (pp. 1-10). Dordrecht: Kluwer Academic Publishers.